Verwantrouwen

15 maart 2024

‘Geheim’, zei ik. ‘Schrijf dat maar eens op’


De man voor mij schrijft netjes wat ik hem dicteer. Ik vraag hem wat dit woord met hem doet en hij antwoordt: ‘defensief, ik zet me schrap’


Ja precies, dat doen geheimen, die vragen om bescherming, afscherming, die moeten bewaakt worden en daar zou een mens al eens wat defensief van worden.


Maar we zitten in een sessie, in een ruimte die openheid biedt om geheimen naar de oppervlakte te laten sijpelen. Sijpelen, dat gebeurt meestal van boven naar onder, maar niet met geheimen, die sijpelen van beneden naar boven. Geleidelijk komt dàt naar boven wat zichtbaar wilt worden. 


Wanneer deze man zich realiseert dat ik me niet bezighoud met goed of fout, menselijk of onmenselijk, moreel correct of problematisch… dan komt er ruimte om te kijken naar wat is. En dit wil ik eventjes herhalen: WAT IS: in dit geval een verleden waar dingen gebeurden die liever niet genoemd worden. Een verleden ook waarvoor geen rekenschap hoefde afgelegd worden omdat een systeem nu eenmaal doet wat het doet: het beschermt dat wat niet geweten mag zijn, om te overleven, een noodzakelijke voorwaarde om voort te bestaan. Geen rekenschap hoeven afleggen is ook geen rekenschap kunnen afleggen. Dat is ook geen macht kunnen nemen over het volle leven. Dat is dus half leven. Die andere helft wordt uitgesloten… hinken op 1 been, sommigen doen dat een leven lang. 


Maar niet deze man. Hij verlangt om te lopen in plaats van te hinken. Om vol met twee voeten in zijn leven te staan. Om + én – te accepteren. 


En dus kijkt hij naar WAT IS, en spreekt hij uit wat nauwelijks gesproken wilt worden. Hij spreekt en daardoor toont hij zichzelf, die andere zijde, dat wat meestal verhuld blijft. 


En tegelijk verschijnt de sprankel, de levenslust, de deugnieterij, een glimp van een speelvogel. 


Ik wist het wel, ik had een scheef vermoeden van die speelvogel. 


Dankbaar om de behoedzame openheid, verwantrouwen dat zich nu eens in zijn ‘wan’ toont en dan weer in zijn ‘ver’ … mooi menselijk.

20 mei 2025
‘Ik geloof geen sikkepit van wat ik zie’ Dat heb ik soms wanneer ik de voordeur opentrek en een nieuwe cliënt op de dorpel staat. De cliënt staat daar dan, vaak aarzelend, heel begrijpelijk, ik zie die kwetsbaarheid, die twijfel, dat delicate zelfvertrouwen… en tegelijk geloof ik het niet. En wat ben ik dankbaar dat mijn lijf dat niet gelooft, mijn mind zou wat anders zeggen hoor, maar mijn lijf ziet opportuniteiten. Doorheen de sluier van kwetsuren en camoufflage straalt altijd iets door van ‘wat gaat kunnen’ , of ‘wat gaat komen’ of ‘wat wilt ontstaan’… ik zie en voel het potentieel. Vooral adolescenten met een, al dan niet recente, diagnose autisme zijn erg zoekende naar wie ze zijn. Wie ben ik met mijn autisme, wie ben ik zonder, wat win ik, wat verlies ik. Bert Hellinger, grondlegger van het systemisch denken, zegt hierover ‘de cliënt liegt altijd’ . En hoewel het wat brutaal klinkt, heeft ‘ie gelijk: wat de cliënt denkt dat het probleem is, is zelden het echte probleem. Wat als een probleem ervaren wordt, is niet perse dat wat wilt opgelost worden. Dit inzicht deed me afgelopen jaar een vrij drastische keuze maken: mensen die zich bij mij aanmelden met een hulpvraag rond autisme, zullen geen traditionele auticoaching kunnen verwachten. Auticoaching zal daarentegen een deep dive zijn: jonge (en minder jonge 😊) mensen die bereid zijn zichzelf als een diamant te beschouwen: een juweel met vele facetten: kwaliteiten, gevoeligheden, sensitiviteit, dromen, kwetsuren, duidelijke ja’s en duidelijke nee’s, … daar staat mijn deur voor open. Mensen die bereid zijn zichzelf niet als ‘kapot’ te beschouwen. Mensen die net als ik bereid zijn zichzelf als een geheel te beschouwen, een mens met een lichaam, een gezondheid, een darmflora, een slaappatroon, een familiegeschiedenis, ontwikkelingskansen, overtuigingen, … een mens met een fundamentele nood aan zingeving. Ieder mens verlangt ten slotte naar zelfverwezenlijking, iets kunnen betekenen in de wereld waarin je leeft. Lang lang geleden was ik een student filosofie aan de KUL, ik heb onder andere onthouden hiervan: Albert Camus, een tijdgenoot van Sartre, heeft het over een absurde wereld zonder betekenis, waarin de mens juist wordt uitgedaagd om zelf zin te scheppen. Als ik mijn voordeur dus open trek, en daar de cliënt in zijn twijfel en onzekerheid zie staan, dan kies ik ervoor hem niet te geloven, open te staan voor wat kan komen, de cliënt hierdoor de toegang tot zijn mogelijkheden terug gevend… en zo zin te geven aan de wereld waarin we leven. Schoon samengevat, mijn job 😊 Misschien doet deze mail wel iets met je, raakt hij een snaar… reik gerust uit, ik luister.
3 oktober 2024
Een vloeibare Samenleving
Meer posts